Massaal protest in Polen tegen inperking onafhankelijkheid rechterlijke macht‘, bericht de Amnesty International; het Parool rapporteert het volgende: ‘De positie van Poolse rechters wordt steeds eenzamer. De regerende PiS-partij probeert hun onafhankelijkheid te breken, vinden ze. De hoop is nu gevestigd op de Europese Unie‘; en verder meldt Europa Nu: ‘Poolse democratie en rechtstaat onder druk‘ die trouwens een actuele en onafhankelijke bron zou moeten zijn. Zijn deze berichtgevingen werkelijk autonoom en wordt er over deze justitiële hervormingen goed gerapporteerd?

De hervorming van de Poolse justitie is één van de belangrijkste hervormingsprogramma’s van de Recht en Rechtvaardigheid (PiS) die deze reorganisatie nog vóór de parlementsverkiezingen in 2015 heeft aangekondigd. Deze hervorming is alomvattend en werd daarom in fasen doorgevoerd. De eerste fase was de hervorming van het openbaar ministerie die in het begin van 2016 werd doorgevoerd. Wat betreft de hervorming van de justitie, waarop dit artikel betrekking heeft, zijn de belangrijkste fases in 2016-2017 en in 2018 uitgevoerd. Het doel van dit artikel is om de feiten over de hervorming van de rechterlijke macht in Polen te presenteren, omdat deze vaak op een selectieve en bevooroordeelde manier wordt gepresenteerd, zowel in Polen als in het buitenland.

De noodzaak van de hervormingen

De noodzaak van justitiële hervorming was het gevolg van talloze problemen in het Poolse rechtssysteem die na de transformatie van het politieke systeem in 1989 ontstonden. Ze werden jarenlang genegeerd door de daaropvolgende Poolse regeringen (waaronder door de toenmalige regering van Donald Tusk). De belangrijkste problemen van de Poolse justitie waren: niet uitgevoerde decommunisatie, de oligarchische structuren van de rechtelijke macht, het gebrek aan een democratische controle, inefficiëntie van de Gerechten en buitensporig lange administratieve procedures, onrechtvaardigheid jegens ‘gewone’ burgers en merkwaardige clementieregelingen jegens criminelen, talrijke financiële schandalen, corruptie en gebrek aan ethiek, politisering en partijdigheid van de rechters.

Hoewel er meer 30 jaar zijn verstreken sinds de politieke transformatie in Polen, is de Poolse justitie niet gedecommuniseerd. Aan het begin van de politieke transformatie kondigde de voorzitter van het Hooggerechtshof aan dat dit ‘van zelf’ zou gebeuren. Niets is minder waar. Momenteel werken er nog steeds rechters die de oppositionisten in de jaren 80 veroordeelden. Na 1989 werden er 55 zaken van de communistische rechters aan het Tuchtcollege van het Hooggerechtshof voorgelegd. De meeste van deze zaken werden afgewezen, de hoorzittingen werden slechts in 4 gevallen gehouden en slechts één rechter werd ontslagen. Bovendien kunnen de rechters, die tijdens de communistische periode politieke misdaden hebben begaan, niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Dit uit hoofde van de rechtsuitspraak van het Hooggerechtshof in 2007. De immuniteit van de rechters, die tijdens de staat van beleg (1981-1983) onrechtmatig de oppositionisten veroordeelden, mag niet opgeheven worden. Sommige rechters hebben openlijk toegegeven met de communistische veiligheidsautoriteiten samen te hebben gewerkt, maar mogen alsnog ongehinderd hun beroep uitoefenen.

De rechterlijke macht in Polen is in feite getransformeerd in een ‘kaste van mensen met privileges‘, die totaal buiten de controle van de democratische staat bleef. De rechters kozen zelf mensen die rechters konden worden. Dit werd uiteraard besloten op basis van familiebanden. De rechters voerden ook tuchtprocedures tegen andere rechters, wat in feite een schending is van het beginsel ‘nemo iudex in causa sua‘ – niemand mag rechter in zijn eigen zaak zijn! Dit resulteerde in een gebrek aan onpartijdigheid en een gevoel van straffeloosheid bij de Poolse rechters. Het bestaan ​​van de bovengenoemde oligarchische structuren die ook nog door de binnen- en buitenlandse media gesteund worden, werd beargumenteerd dat dit de enige manier is om de onafhankelijkheid van de rechters te garanderen. In feite is het een schending van het beginsel van Trias Politica, volgens welke de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht gescheiden moeten blijven, maar tegelijkertijd elkaar moeten controleren en in evenwicht moeten houden. Zoals eerder vermeld waren de Poolse rechters juist totaal buiten de democratische controle.

Een ander probleem van de Poolse justitie zijn de buitensporig lange administratieve procedures. Volgens de recente rapporten van de Europese Commissie en de Wereldbank (2015-2017) is de lange duur van de rechtelijke procedures in Polen vooral bij de consumenten- en faillissementszaken zichtbaar (dus de ‘gewone’ burgers). Deze duren bij het gerecht van eerste aanleg ongeveer 750 dagen en in tweede – 350 dagen, d.w.z. in totaal ongeveer 3 jaar!

Bovendien wordt de justitiële macht door de Poolse burgers niet alleen als partijdig maar ook als onrechtvaardig beschouwd, d.w.z. te mild voor de criminelen die ernstige misdaden plegen, en te hard voor mensen die kleine misdrijven plegen. ‘Sterk tegen de zwakken en zwak tegen de sterken’, aldus Jarosław Kaczyński de voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de regerende partij PiS. Als het gaat om de ernstigste misdaden, zoals verkrachtingen, moorden, zijn de Poolse straffen veel lager dan in andere EU-landen. Volgens European Sourcebook of Crime and Criminal Justice Statistics ontvangt slechts 13% van de Poolse veroordeelden voor verkrachting een langdurige straf, d.w.z. tussen 5 en 10 jaar gevangenisstraf. Ter vergelijking: in Duitsland is dit percentage 25% (hetzelfde als het Europese gemiddelde), en in Tsjechië, Hongarije en Frankrijk zelfs van 32% tot 34%. In 2016 werd geen enkele dader in Polen veroordeeld tot meer dan 10 jaar gevangenisstraf, terwijl het Europese gemiddelde ongeveer 6% bedraagt en in Frankrijk zelfs 50%. In 2016 werd er in meer dan de helft van de uitspraken een straf op het niveau van het minimale wettelijke minimum (dat is 2 jaar gevangenisstraf) of zelfs lager opgelegd.
Ook in het geval van moordzaken werden er in Polen aanzienlijk lagere straffen opgelegd, bijvoorbeeld: 5 en 10 jaar gevangenisstraf voor een echtpaar dat is veroordeeld voor de moord op een 2-jarig kind of een stel dat schuldig was bevonden aan de dood (door verstikking) van een kind van drie maanden oud. Zij kregen slechts 8 maanden gevangenisstraf, hoewel de publieke aanklager 25 jaar gevangenisstraf eiste!

Het gevoel van straffeloosheid bij de Poolse rechters heeft aan het ontstaan ​​van corruptie bijgedragen. Hier zijn de drie grote financiële schandalen noemenswaardig die tijdens het bewind van de Burger Coalitie plaatsvonden (2007-2015) en door PiS onthuld werden nadat zij in 2015 aan de macht kwamen. De eerste schandaal was de Amber Gold-affaire. Als gevolg van de malafide praktijken verloren 19.000 Poolse burgers ongeveer 850 mln PLN (ongeveer 410 mln euro). Tussen 2005-2009 werd de oprichter van Amber Gold meerdere keren door het Gerecht veroordeeld wegens fraude, vervalsing van documenten, afpersing etc., maar er werd altijd een voorwaardelijke straf aan hem opgelegd wat in feite betekende dat de eigenaar van Amber Gold straffeloos zijn criminele activiteiten kon voortzetten.

Een ander schandaal is de zogenaamde wilde herprivatisering. Dat hield in het overnemen van onroerend goed in Warschau (of andere grote steden, zoals Krakau, Poznań of Łodź) ter waarde van vele miljoenen zloty, zelfs 160 mln PLN, tegen zeer geringe bedragen. Een groep van Poolse advocaten, rechters en ambtenaren heeft veel administratieve procedures afgehandeld op basis waarvan ongeveer 40.000-55.000 mensen alleen in Warschau uit hun huurwoningen verdreven werden.

De derde kwestie is de belastingfraude op zo een grote schaal dat de zogenaamde btw-maffia in Polen ontstond. Er werden talloze fictieve btw-facturen uitgegeven. Naar schatting heeft het budget van Polen tijdens het 8-jarige bewind van de Burger Coalitie in totaal 200-300 mld PLN gemist (50-75 mld euro)! Tegen de fraudeurs werden er minimale straffen gehandhaafd.

Justitiële hervorming

De hervorming omvat zowel wetswijzigingen in het wetboek van strafrecht als het functioneren van het Poolse Gerecht om verder deze abnormale ontwikkelingen te voorkomen. De geïntroduceerde hervorming is vergelijkbaar met die in de EU en VS en is in overeenstemming met de Poolse grondwet. De hervorming houdt, onder andere, het volgende in:

  1. Aanscherping van het strafrecht met betrekking tot btw-fraude of niet betaalde alimentatie. De relevante wijzigingen van het wetboek van strafrecht zijn in februari en maart 2017 door de Tweede Kamer aangenomen en zijn in de daaropvolgende maanden in werking getreden.
  2. Aanscherping van het strafrecht met betrekking tot de misdaden tegen kinderen, zoals mishandeling, ontvoering, kinderhandel of pedofilie.
  3. In april 2017 is tevens de nieuwe wet in werking getreden inzake de verbeurdverklaring, waardoor de activa die uit misdaad voortkomen, kunnen ontnomen worden. De dader moet de wettigheid van de in de afgelopen 5 jaar verworven activa bewijzen (in andere EU-landen is deze periode zelfs langer, namelijk 15 jaar).
  4. De voorzitters van het gerechtsbestuur worden benoemd of ontslagen door de minister van Justitie (ter vergelijking in Nederland worden de rechters en de procureur-generaal bij de Hoge Raad door de regering benoemd volgens het artikel 117 van de Nederlandse grondwet). In het verleden werd de voorzitter ook door de minister benoemd, maar hij moest op de resultaten van de mededingingscommissie afwachten die de geschikte kandidaat moest aandragen. De procedures bij de commissies waren vaak langdurig en maakten het onmogelijk om de posities van het bestuur snel in te vullen, wat een negatieve invloed had op de efficiëntie van het Gerecht.
  5. In oktober 2017 werd de principe van willekeurige toewijzing van de rechtszaken ingevoerd waarvoor een elektronisch systeem sinds januari 2018 wordt gebruikt (tot nu toe was het dus niet het geval!).
  6. De leden van de rechtsprekende formatie blijven ongewijzigd gedurende de rechtszaak (uitzonderingen zijn alleen mogelijk in strikt gedefinieerde gevallen, bijvoorbeeld in het geval van ziekte van de rechter).

Als laatste behandel ik de door de oppositie meest bekritiseerde wijziging. Overeenkomstig de Poolse grondwet bestaat de nationale raad voor de rechterlijke macht (afkorting KRS) uit 25 leden, waaronder 15 rechters (artikel 187, lid 1). De grondwet specificeert echter niet hoe de 15 rechters gekozen moeten worden. Voor de hervorming werden de rechters door de rechters gekozen, dit gebeurde uiteraard aan de hand van de familiebanden en was totaal buiten de democratische controle; na de hervorming gebeurt dit in de Tweede Kamer. De entiteiten, die gemachtigd zijn om een kandidaat voor te dragen zijn 25 rechters of ten minste 2.000 volwassen burgers. Uit de voorgedragen kandidaten kiest elke parlementaire club niet meer dan 9 rechters als kandidaten voor de KRS-leden. Vervolgens stelt de bevoegde parlementaire commissie een lijst van 15 kandidaten, waaronder ten minste één door elke parlementaire club aangewezen kandidaat. In de Tweede Kamer wordt er gestemd en met meerderheid van 3/5 stemmen (supermeerderheid) besloten. In het geval dat de supermeerderheid niet bereikt kan worden, telt de absolute meerderheid. Op deze manier kan een regerende partij 9 leden van KRS kiezen en oppositiepartijen – 6 leden. Er moet wel worden benadrukt dat de rechters, die door een of andere politieke optie gekozen worden, onafhankelijk moeten blijven.

De oppositie en ook de rechters bekritiseerden de bovengenoemde hervormingen, voornamelijk de hervorming van het Poolse nationale gerechtshof. De regerende partij werd van politisering van de rechters, tevens van de ondermijning van het beginsel Trias Politica beschuldigd. Het ministerie van Justitie achtte deze beweringen en beschuldigingen ongegrond, omdat in andere EU-landen vergelijkbare oplossingen bestaan. In veel EU-landen neemt de wetgevende of uitvoerende macht deel aan het proces van benoeming van de rechters, bijvoorbeeld de rechters van het Hof van Justitie van de Europese Unie worden ook voorgedragen door de regeringen van de lidstaten, en dus door politici.

Pogingen om gerechtelijke hervormingen te blokkeren

De Poolse oppositie probeerde de hervormingen te blokkeren door middel van protesten die voornamelijk in juli 2017 plaatsvonden. In de daaropvolgende maanden kwamen steeds minder protesterende. Onder de druk van de Poolse oppositie hebben de EU-instellingen getracht om de hervormingen te blokkeren. Hier zie je echter duidelijk de dubbele standaarden die in meerdere gevallen door de EU toepast worden. Bovendien bemoeit de EU zich met onderwerpen die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen.