Vandaag is een nieuw samengesteld gezin een sociale realiteit geworden waar je niet meer omheen kunt. Het is een vertrouwd begrip, dat verschillende vormen aanneemt. Denk hier aan gescheiden ouders, alleenstaande ouders of een speciaal geval BOM, dus bewust ongehuwde moeder (wat is eigenlik het meervoud? BOM-men? 🤔). Tegenwoordig neemt het onderwerp ‘homohuwelijk‘ een speciale plek in het publieke debat. Wat de ‘instantie‘ van het huwelijk over het algemeen met zich meebrengt, zijn natuurlijk de kinderen. En vooral voor de kinderen in deze gezinnen is het de moeite waard dat we over de kenmerken van deze nieuw samengestelde gezinnen nadenken.

We beginnen met het onderzoek van de Amerikaanse Professor Mark Regnerus.

Het onderzoek van professor Mark Regnerus

In 2012 heeft professor Mark Regnerus van de Universiteit van Texas een uitgebreid onderzoek uitgevoerd over de nieuwe gezinsstructuren, zogenaamd New Family Structures Study. Zijn onderzoek richtte zich op 2988 willekeurig geselecteerde jongvolwassen Amerikanen tussen de 18 en 39 jaar. 175 deelnemers van het onderzoek waren opgegroeid bij een lesbisch stel en 73 deelnemers bij een homostel. De grootte van de populatie voor een statistisch onderzoek op dit onderwerp is bijzonder hoog. De Amerikaanse professor bestudeerde de levens van de deelnemers op sociaal, emotioneel en relationeel gebied. Daarnaast analyseerde hij het niveau van de opleiding, het pestverleden, het inkomen, de kwaliteit van relaties, de criminaliteit en het gebruik van alcohol en drugs, het gedrag enz. Het resultaat van zijn onderzoek toont aan dat er wel verschillen zijn tussen de kinderen opgevoed door homostellen of door heteroseksuele ouders. Voordat ik verder ga met de verschillen, wil ik vermelden dat dit onderzoek drie specifieke kenmerken heeft:

  1. De resultaten zijn gebaseerd op de vergelijking tussen de personen die vermeldden dat hun moeder actief lesbisch was of hun vader actief homo en de personen uit intacte biologische families. Tot nu toe vergeleken de meeste studies de kinderen uit homoseksuele families met die van kinderen van gescheiden ouders, van samengestelde gezinnen of eenoudergezinnen, enz., wat natuurlijk de resultaten vertekent.
  2. De populatie van dit onderzoek heeft betrekking op volwassen jongens en meisjes. Tot nu toe was dit niet het geval. De studies hadden voornamelijk betrekking op kinderen die nog aan hun ouders toevertrouwd waren en alleen de ouders werden ondervraagd. De volwassenen, die uit een homoseksuele opvoeding voortkomen, werden genegeerd. 
  3. De populatie werd nauwkeurig gekozen, zodat hij representatief is. De voorafgaande studies deden in sommige gevallen beroep op vrijwilligers of LHBT-activisten, wat dan weer de objectiviteit van het onderzoek in twijfel brengt.

Het onderzoek heeft aangetoond dat:

  1. de jonge volwassenen uit homoseksuele families drie keer zo vaak sociale hulp ontvangen dan diegenen die uit een traditionele familie komen;
  2. de werkloosheid is 3,5 keer zo hoog bij de jonge volwassenen uit de homoseksuele families dan uit de traditionele families;
  3. de personen uit de homoseksuele families vaker aan depressie lijden, psychische therapie krijgen of zelfs vaker zelfmoord gedachten hebben;
  4. de jongen volwassenen uit homoseksuele families lager opleidingsniveau hebben;
  5. er meer gevallen van criminaliteit zijn bij de personen uit homoseksuele families dan bij de traditionele families.

In totaal werden er 40 verschillende indicatoren geanalyseerd. Tot de bovengenoemde lijst kan ik nog toevoegen: seksueel misbruik, relatiemoeilijkheden, lichamelijke gezondheid enz. Ik heb slechts een paar verschillen genoemd. Van de 40 indicatoren werd er op 25 kenmerkend verschil vastgesteld.

Gebaseerd op de resultaten van dit onderzoek is het moeilijk om de volgende bewering te verdedigen: ‘er is geen verschil tussen een opvoeding door homoseksuele ouders en de opvoeding in een traditionele familie’. Je kunt echter onbetwistbaar vastellen: ‘het is beter voor een kind om opgevoed te worden door zijn biologische vader en moeder in een intacte familie’. Heeft de Volkskrant de resultaten van dit onderzoek totaal genegeerd?

Luister naar Katy Faust opgevoed door twee lesbische moeders. Zij is één van de eerste die hierover durft te spreken:

Wat als…?

Wat als de kinderen uit de homoseksuele families gepest worden? En de resultaten van het onderzoek eigenlijk de schuld is van de maatschappij? Wat als de mensen niet genoeg tolerant zijn? Om de mensen meer aan het idee te laten wennen, moeten we misschien meer geld in de LHBT-campagnes investeren. Wat als we vaker en meer kinderen aan de Gay Pride laten meedoen? Wat als we de drag queens aan de peuters en kleuters in alle bibliotheken in Nederlands laten voorlezen? Je kan niet vroeg genoeg beginnen. Wat als we nog meer lessen over de LHBT-beweging op basisscholen en middelbare scholen inplannen? Wat als we paarse vrijdag op alle scholen in Nederland verplichten? Wat als… wat als?… enz. En… wat als de nieuwe gezinsstructuren een groot experiment blijken te zijn?

Mijn bronnen voor dit artikel zijn:
– https://www.meerdangewenst.nl/informatie/onderzoek/moving-beyond-anti-lgbt-politics/
– http://www.stowarzyszeniefidesetratio.pl/Presentations0/14-06Regnerus.pdf
– https://www.washingtonpost.com/news/volokh-conspiracy/wp/2015/05/10/new-criticism-of-regnerus-study-on-parenting-study/
https://www.focusonthefamily.com/faith/key-findings-of-mark-regnerus-new-family-structure-study/