De pogroms van de Poolse bevolkingsgroepen in Wolynië begonnen op 9 februari 1943 in het dorp Parośl. ` De partizanen van de Ukrainian Insurgent Army (afkorting UPA – Ukrajinska Powstanska Armija) die voor een eigen staat vochten, doodden met bijlen de weerloze inwoners van het dorp. Zelfs baby’s en kinderen werden niet bespaard. Naar schattingen werden er tussen 50.000 en 60.000 Polen vermoord in de regio Wolynië waarvan 15.000 á 16.000 in juli 1943. Dit jaar is het 79 jaar geleden dat de genocide in Wolynië plaatsvond, een regio die nu bij Oekraïne hoort maar destijds bij Polen hoorde.

LET OP! Dit artikel is niet geschikt voor jeugdige en/of gevoelige mensen.

Achtergrond van de gebeurtenissen

Als gevolg van de Duitse invasie op 1 september 1939 en vervolgens de invasie van de Sovjet-Unie op 17 september 1939 werd Polen tussen deze twee landen verdeeld en viel de regio van Wolynië onder de bezetting van de Sovjet Unie. Na de Duitse invasie op de Sovjet-Unie werd Wolynië op 1 september 1941 het Rijkscommissariaat Oekraïne dat door Hitler enkel als een operationele en materiële basis beschouwd werd. Hitler voorzag tevens niet het bestaan van Oekraïne als een onafhankelijk land. Het belangrijkste doel was een economische en materiële uitbuiting.

In het begin van 1942 begon de massale uitroeiing van joden in Oekraïne. Naar schatting werden er 155.000 joden in Wolynië en 455.000 joden in Oost Klein-Polen door de Duitsers met behulp van de Oekraïense Schutzmannschaft ter plekke geëxecuteerd of naar de Duitse vernietigingskampen overgebracht. Voor de Oekraïense nationalisten werd de uitroeiing van de joden een voorbeeld hoe ze ‘het probleem met Polen kunnen aanpakken’.

De nederlaag van Duitsland bij de Slag om Stalingrad in februari 1943 en het vooruitzicht dat het Rode Leger Oost-Polen zou binnenvallen spoorden de Poolse burgers met de Oekraïense nationaliteit om de wapens te pakken en voor hun onafhankelijkheid te vechten. De Oekraïense nationalisten waren bang voor een herhaling van de situatie uit de Eerste Wereldoorlog. Door de nederlaag van Rusland en de uitputting van Duitsland ontstond een vacuüm dat door Polen werd opgevuld.

Het verloop van de moorden

Tot december 1942 werden enkele incidenten van geweld of moorden in de regio geconstateerd. Het Instituut voor Nationale Herdenking erkent het bloedbad van 9 februari 1943 op het dorp Parośla als de eerste massamoord die plaatsvond. Een UPA-eenheid ‘Dowbeszki-Korobki‘ onder de leiding van Hryhorij Perehijniak heeft 173 inwoners van het dorp vermoord. In de nacht van 26 en 27 maart 1943 werden 179 mensen uit het dorp Lipniki door enkele UPA-eenheden onder de leiding van Ivan Lytvynchuk ‘Dubowy afgeslacht. Op 23 april 1943 doodde een UPA-eenheid ongeveer 600 mensen in Janowa Dolina. Op 12 mei 1943 vond een gecoördineerd actie uitgevoerd door de UPA plaats en werden er de volgende dorpen afgebrand: Ugły, Konstantynówka, Osty en Ubereż. Op 24 mei in het dorp Niemodlin werden er 170 mensen vermoord. Op 26 of 27 mei 1943 werden er 126 Polen in het dorp Niemilia vermoord. Op 2 juni hebben ongeveer 1.000 Oekraïeners het dorp Hurba omsingeld. 250 Polen werden afgeslacht met bijlen en bajonetten. De slachtoffers werden bovendien voor de dood gemarteld en de vrouwen verkracht. Tot juli 1943 werden er bijna 70 dorpen verbrand. Sommige incidenten van slachtpartijen vonden op zondag plaats. De Oekraïeners maakten gebruik van het feit dat de Poolse dorpelingen zich op zondag in de kerken verzamelden. De kerken werden op dat moment omsingeld en in brand gestoken. Alle gelovigen werden levend verbrand. Soms werden de gelovigen in de kerken afgeslacht. Eén van de overlevenden heeft getuigd dat een zwangere vrouw in de kerk opengesneden werd, haar baby’tje met geweld uitgehaald, vervolgens bij het altaar met schoenen dood gestampt. Daarna werd het aan een jong meisje gevraagd om het lichaampje van het baby’tje naar buiten te brengen.

De moorden waren uiterst brutaal: vierendelen, ogen uitsteken, levend verbranden, mensen door midden met houtzaag zagen. Het maakte niet uit mannen, vrouwen of kinderen. Een praktijk van ongeboren kinderen levend uitsnijden werd ook gebruikt.

Er zijn maar liefst 362 methodes van marteling bekend die de UPA gebruikte

Bloederige zondag 11 juli 1943

Bij de zonsopgang (om 3:00 uur) op 11 juli 1943 vond een gecoördineerde aanval op 99 Poolse dorpen plaats. Georganiseerd door de UPA en meestal bijgestaan door de lokale boeren. De geest van deze actie luidde ‘Śmierć Lachom‘ (dood aan de Polen). De dorpen werden omsingeld zodat de inwoners niet zouden ontsnappen. Ze werden afgeslacht met bijlen, vorken, zeisen, zagen, messen, hamers en of een ander soort gereedschap dat het doel kon dienen. Na de moorden werden de dorpen platgebrand om een hervestiging te voorkomen. Het was een goed voorbereide en geplande actie. De volgende dorpen in deze regio werden niet bespaard: Gurów (480 mensen werden gedood, slechts 70 mensen overleefden), Wygranka, Zdżary, Zabłoćce, Nowiny, Zagaja, Poryck, Oleń, Orzeszyn (270 Polen van 340 werden gedood), Romanówka, Lachów, Swojczów, Gucin, in het dorp Sądowa (580 Polen werden vermoord en slechts 20 personen wisten te ontsnappen). En verder: in Dominopol werden 250 Polen vermoord, in het dorp Gucin 140 personen, in Gurów werden er 410 Polen vermoord, in Wygranka zijn 150 Polen om het leven gekomen.

Zelfs kleine kindjes werden brutaal vermoord

Ook die ochtend kwam een ​​groep van 20 Oekraïeners naar de kerk in het dorp Porycko, waar binnen dertig minuten ongeveer 100 mensen werden afgeslacht, waaronder kinderen, vrouwen en ouderen. De bandieten vermoordden vervolgens alle inwoners van het dorp, ongeveer 200. Deze actie die op zondag 11 juli begon duurde tot 16 juli. Er werden minstens 530 dorpen aangevallen en naar schatting 17.000 Polen in 5 dagen vermoord, wat het hoogtepunt was van de etnische zuivering in Wolynië.

Een ethnische zuivering uitgevoerd door Ukrajinska Powstanska Armija

Zomer, herfst, winter…

In augustus 1943 vonden de pogroms in de volgende dorpen plaats: Grabina 150 Polen, Jasieniówka 137 Polen, Sokołówka ongeveer 200 dorpelingen kwamen om het leven, in het dorp Soroczyn werden er 140 Polen vermoord, in Budy Ossowskie 270 Polen. Het dorp Głęboczyca werd op 29 augustus 1943 door de UPA-eenheden en de Oekraïense boeren vroeg in de ochtend omsingeld toen de Polen nog sliepen. De weerloze inwoners werden vermoord, voornamelijk met bijlen, vorken, speren en stokken. Onder de slachtoffers waren er de families van Jehovah’s Getuigen en ook een onbekend aantal joden die zich in het dorp schuilden.

De pogroms gingen door…

De Karpiak familie uit het dorp Latacz vermoord in december 1943

Ik zou hier nog veel voorbeelden van de massa moorden kunnen geven. Ze vonden plaats niet alleen in Wolynië maar ook in het oosten van Klein-Polen. Alle informatie is te vinden op wikipedia. Er werden ook talloze boeken uitgegeven met de getuigenissen van de overlevenden. Als laatste wil ik opnoemen dat er ook Oekraïeners waren die Polen hielpen. Naar schatting werden ongeveer 2500 Polen gered.

Poolse film ‘Wołyń’ (Volynië) is te zien op Netflix

De Oekraïense nationalisten zijn verantwoordelijk

De Oekraïense nationalist Dmytro Klaczkiwski is verantwoordelijk voor het uitvaardigen van het bevel van de etnische zuivering, samen met Vasyl Iwachow en Ivan Lytvynchuk.

Genocide

De pogroms van de Poolse bevolkingsgroepen in Wolynië en Oost Klein-Polen uitgevoerd door de Oekraïense nationalisten werden in 2016 door de Tweede Kamer in Polen tot genocide verklaard.