Het Ribbentrop-Molotov-pact betekende de vernietiging van de Poolse onafhankelijkheid in 1939, een bezetting door twee totalitaire regimes, een humanitaire catastrofe en een blijvende verschuiving van het land naar het westen na de oorlog. Het pact symboliseert de verraderlijke samenwerking tussen Hitler en Stalin ten koste van de soevereiniteit van Centraal-Europese landen.
Een beroemd telegram
“Ik weet niet wat de Russen willen,” verzuchtte een Britse diplomaat in de zomer van 1939, terwijl de spanning in Europa opliep. Het is een zin die vele geschiedenisboeken haalt, symbool voor de verwarring en het misplaatste optimisme in Londen en Parijs. Wat die boeken vaak minder benadrukken, is dat de Russen het wél wisten. En de Duitsers ook. Het antwoord lag besloten in het ogenschijnlijk onmogelijke Niet-aanvalsverdrag tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie, dat op 23 augustus 1939 in Moskou werd getekend. Voor Polen was dit geen verre diplomatieke manoeuvre; het was het doodvonnis voor de Tweede Republiek en de directe opmaat naar een catastrofe waarvan de littekens nog steeds zichtbaar zijn.
Het pact: meer dan ‘niet-aanvallen’
Het verdrag, genoemd naar de buitenlandministers Joachim von Ribbentrop en Vjatsjeslav Molotov, was op zichzelf al een schok voor de wereld. Ideologische aartsvijanden schudden elkaar plots de hand. Maar de echte kern lag verborgen in een geheim aanvullend protocol. Hierin verdeelden Hitler en Stalin Oost-Europa in ‘invloedssferen’. Finland, Estland en Letland kwamen in de Sovjet-sfeer, Litouwen eerst bij Duitsland en later bij de USSR. En Polen? Het land werd door midden geknipt. Een lijn langs de rivieren Narew, Wisła en San bepaalde: het westen voor Duitsland, het oosten voor de Sovjet-Unie. Het was de vierde deling van Polen in de geschiedenis, vooraf getekend op de tekentafel van totalitaire machten.
17 dagen tussen pact en invasie: Polen in de val
Met dit verdrag in de zak garandeerde Hitler zich de neutraliteit van Stalin. Hij hoefde niet langer bang te zijn voor een tweefrontenoorlog. Op 1 september 1939 rolden Duitse tanks Polen binnen. Het Poolse leger vocht dapper, maar was hopeloos onderlegen. Toen, precies volgens het geheime script, op 17 september 1939 het ondenkbare gebeurde: het Rode Leger viel vanuit het oosten binnen. De officiële reden was “de bescherming van Wit-Russische en Oekraïense broeders” en het “uiteenvallen” van de Poolse staat. Voor de Polen was het pure verraad. Het betekende de genadeslag. De laatste hoop op een verdediging in het oosten, of een langere guerrilla, vervloog. De regering en militairen vluchtten naar het buitenland. Polen was verloren.
De bezetting: een tweevoudige nachtmerrie
De gevolgen van het pact werden meteen gruwelijk voelbaar. De bezetting werd een dubbele tragedie:
In het Duitse deel: Terreur, executies, de oprichting van getto’s, en de systematische vernietiging van de Poolse intelligentsia en cultuur. De nazi’s zagen Polen als ‘Lebensraum’ en behandelden de bevolking als slaven.
In het Sovjet-deel: Schijnbaar andere methodes, hetzelfde doel: uitroeiing van de nationale identiteit. Honderdduizenden Polen—militairen, leraren, rechters, boeren, hun families—werden gedeporteerd naar de goelags van Kazachstan en Siberië. Een lot vaak even dodelijk als een kogel. In het voorjaar van 1940 voltrok Stalin het bloedbad van Katyn, de executie van ongeveer 22.000 Poolse officieren en elite, dat jarenlang als een Duitse misdaad zou worden afgeschilderd.
De lange schaduw: verschuivingen en een gebroken Europa
Het pact bepaalde niet alleen het begin van de oorlog, maar ook de naoorlogse kaart. Toen het Rode Leger in 1944-45 Polen ‘bevrijdde’, was het van de Duitsers, maar niet van Sovjet-controle. De geallieerden, met Roosevelt en Churchill, konden of wilden weinig doen tegen Stalins feiten op de grond. Polen verschoof letterlijk naar het westen: het verloor zijn vooroorlogse oostelijke gebieden (de Kresy) aan de USSR, en kreeg als compensatie Duitse gebieden tot aan de Oder-Neisse-lijn. Miljoenen mensen werden verdreven. De Volksrepubliek Polen was geboren, een satellietstaat van Moskou voor de komende 45 jaar.
Meer dan een historische voetnoot
Het Ribbentrop-Molotov-pact is in West-Europa soms weinig meer dan een voetnoot in de aanloop naar WOII. Voor Polen is het het fundamentele trauma van de 20e eeuw. Het bewijst hoe grootmachten, ongeacht ideologie, de soevereiniteit van kleinere naties kunnen opofferen voor hun eigenbelang. De herinnering aan augustus 1939 is niet enkel historisch; het is een waarschuwing die tot op de dag van vandaag nagalmt in het Poolse politieke denken. Het laat zien dat vrijheid niet vanzelfsprekend is, en dat verdragen soms niet bedoeld zijn om vrede te bewaren, maar om een oorlog te verdelen.




